Irene Leijenaar, werkzaam bij Aardema Zorggroep als ambulant begeleider, kan er vanuit haar werkervaring over mee praten. Ze werkte zeven jaar in de GGZ als begeleider van mensen met psychische stoornissen en psychiatrische ziektebeelden en vervolgde daarna als begeleider bij de forensisch psychiatrische kliniek Trajectum op de gesloten dovenafdeling, waar mensen met een lichte verstandelijke beperking en onbegrepen risicovol gedrag behandeling en begeleiding krijgen.
Haar cliënten kampten, naast met hun doofheid, ook met verschillende psychische problematiek, zoals depressie, verslaving en persoonlijkheidsstoornissen.
“Het was voor mij de uitdaging om juist hen te begeleiden, om door middel van gebarentaal op een gelijkwaardige manier contact te maken”, vertelt Irene enthousiast. “Het geeft zo een fijn gevoel als je elkaar weet te verstaan en zo een brug slaat. Dat zij zich daardoor beter begrepen en gehoord voelen, dat er een vertrouwensband ontstaat.”
Het is vaak ook het vertrouwen in mensen en de maatschappij waar het bij deze mensen flink aan schort. “Cliënten vertelden me dat ze bijvoorbeeld contact uit de weg gaan, omdat het zo frustreert om niet goed te kunnen communiceren. En die frustratie kan dan óók nog eens verkeerd geïnterpreteerd worden. Dat maakt iemand heel eenzaam. Deze cliënten zitten natuurlijk niet voor niets in een kliniek, maar door onder andere dit soort gesprekken wordt het gedrag wel verklaarbaar. Als je van jongs af aan niet serieus werd genomen, niet werd begrepen, qua intellect laag ingeschat en genegeerd werd, dan laat dat littekens achter. Je raakt geïsoleerd. Dan kan het dat je naar drugs grijpt of op andere, schadelijke manieren aandacht ‘moet’ vragen.”
In de communicatie met dove mensen is het naast de taal ‘spreken’, ook een kwestie van aanvoelen, legt Irene uit. “Je wordt extra scherp op de non-verbale signalen en ontwikkelt bepaalde communicatieve vaardigheden door, je let op je mimiek, je houding. Ik weet waar doven zoal tegenaan lopen in de praktijk, van het moeizaam tot geen contact maken met andere mensen tot het niet kunnen horen dat iemand er aan komt bijvoorbeeld. Je moet je op een andere manier zichtbaar maken, door even met het licht te knipperen of door spiegels op te hangen waardoor ze zien wat er achter hen gebeurt.”
Ze pakt een houten plank met vijf letters in gebarentaal erop. “Kijk, dit hebben de cliënten voor me gemaakt toen ik er wegging. Wat denk je dat er staat?” Irene glundert zichtbaar als ze het over haar ervaringen heeft. “Ik mis het ook echt,” lacht ze. “Maar na vijf jaar wilde ik wat flexibeler kunnen werken en meer de diepte in met de cliënt. Het werk bij Aardema is mooi, geen dag is hetzelfde, de cliënten verschillend en divers in hun hulpvraag. Het geeft me energie om naast de cliënt te staan, handvatten te bieden en de zelfredzaamheid te vergroten. Ik heb heel wat kennis en kunde van diverse problematiek en ik schrik ook nergens meer van. Het belangrijkste is dat mensen zich gezien en gehoord voelen. Vanuit die vertrouwensband durven mensen ook hulp aan te nemen en dan kun je bergen verzetten. Of het nu om praktische handreikingen gaat of een goed gesprek waardoor iemand weer perspectief ziet.”
De plank die cliënten voor Irene maakten als afscheidskado.
Of ze nu ook dove cliënten begeleidt? “Op dit moment niet, maar ik kan het zeker bieden. Ik denk ook dat mensen met gehoorproblematiek zich niet altijd geaccepteerd voelen in de maatschappij en daardoor niet gauw hulp vragen. Er heerst schaamte of juist weer die angst niet begrepen te worden. Ik ben bekend met de ‘andere kant van het spectrum’ en dove mensen ondersteunen die nu zelfstandig thuis wonen kan wellicht heel wat moeilijkheden voorkomen.”
Irene Leijenaar werkt als ambulant begeleider bij Aardema Zorggroep in regio Heerenveen en Leeuwarden.